Wat is funkmuziek?

Wat is funkmuziek? Wat is funkmuziek?

Je herkent het als je het ruikt. Funk is een genre dat onvoorwaardelijk de deur intrapt.

Het is het geluid dat je gezicht doet trekken alsof je net een vleugje van iets smerigs hebt opgevangen en je lichaam in beweging zet voordat je hersenen de tijd hebben om te protesteren. Het zijn baslijnen die over je ruggengraat kruipen, de snaredrums die aankomen als stoten en zang die de aandacht opeist. Het is niet beleefd, en dat maakt het zo aantrekkelijk.

Funk werd geboren in de zweetdoordrenkte clubs van de jaren '60 en kwam voort uit rhythm and blues met een beetje soul en keek nooit meer achterom. Het is rommelig, onvoorspelbaar en volledig gebaseerd op gevoel. In tegenstelling tot de popmuziek van die tijd is funk niet gebouwd op ongerepte melodieën of rigide songstructuren.

In plaats daarvan aanbad funk de groove. Als rock in die tijd rebellie in een leren jasje was, dan was funk rebellie in plateaulaarzen, lovertjes en een cape.

En na tientallen jaren evolutie is funkmuziek zoveel meer geworden dan een genre. Het is een statement. Een weigering om stil te zitten. Een viering van zwarte creativiteit, gemeenschappelijke energie en de rauwe kracht van ritme. Het gaat net zo goed om wat je niet speelt als om wat je wel speelt. Het is de ruimte tussen de noten. De pocket. De puls.

In deze diepe duik gaan we de smerige wortels van funk opsporen, van James Browns gospel-naar-groove-transformatie tot George Clintons intergalactische Parliament-Funkadelic-mythos, van slappende basgitaarlegendes tot moderne Bandcamp-revivalisten. We gaan in op wat funknummers funky maakt, wie het geluid definieerde, hoe het de popcultuur kaapte en waarom het vandaag de dag nog steeds klinkt.

Dus ga je gang, rijg je wijde broek aan, zet "Maggot Brain" aan en laten we de geur volgen. Dit is funk, en het is funky voor een reden.

Wat is funk precies?

Zoals we al eerder zeiden, funk is niet zomaar een genre. Het is een gevoel.

Muzikaal gezien zijn funknummers gebaseerd op de ritmische groove. Aanvankelijk draaide funk het script van de westerse poptraditie om, waarbij melodie en harmonie meestal de boventoon voerden en de groove in de schijnwerpers kwam te staan.

In funknummers draait alles om de één, dat is de eerste tel of downbeat van de maat die aankomt als een vuistslag op de borst. James Brown wordt alom geprezen als pionier op het gebied van de "nadruk op de één" door te focussen op de eerste tel van elke maat. Dit is wat pure funk zoveel doet lijken op dansmuziek.

Wat maakt funkmuziek nog meer funky?

Het sonische DNA van funk:

  • Gesyncopeerde baslijnen - In plaats van vast te houden aan voorspelbare downbeats, dansen funkbaslijnen rond de beat, raken offbeats, glijden in noten en spelen onverwachte ritmes. Dit wordt syncopen genoemd en het is wat funk zijn kenmerkende bounce geeft. Stel je Bootsy Collins voor, wevend in en uit de pocket.
  • Call-and-response zang - Een dialoog tussen de lead en het publiek, de zanger en de band. Het is gemeenschappelijk, dringend en elektrisch.
  • Hoornsteken en gekartelde gitaar - In funkmuziek vind je geen snerpende gitaarsolo's. In plaats daarvan vind je krasse, percussieve ritmes, zoals strakke 16e-noot strums, gedempte tokkels en wah-wah slaps. Deze zijn meer voor de textuur dan voor de melodie. Hoorns slaan ook aan, vaak met korte, stekende knallen en ultrastrakke melodische lijnen.
  • Drums in de pocket - In funk gaat het bij drummen meer om groove dan om flash. Maar dat betekent niet dat je je moet inhouden. Funk drummers graven diep in hun broekzak en leggen strakke, gesyncopeerde ritmes neer met intentie.

Funk vs. de muzikale stamboom:

  • R&B - gaf funkmuziek zijn wortels, maar R&B is vloeiender, melodieuzer.
  • Soul - bracht het emotionele gewicht en de vocale vuurkracht, maar funk maakte het smeriger en ritmischer.
  • Disco - leende de bas en groove van funk, maar poetste het op en voegde glitter toe.
  • Rock - Funk is via de achterdeur binnengeslopen. De Red Hot Chili Peppers en Prince zijn geweldige voorbeelden van funkmuzikanten in het rockgenre.

De wortels van funk - van gospel tot groove

Voordat funk het dak van de sukkel scheurde, zoemde het in de kerkbanken en schalde het vanaf de velden.

Het genre is niet zomaar uit het niets ontstaan. Het DNA is doordrenkt van de rauwe emotie en ritmische intensiteit van Afro-Amerikaanse muziek, met name gospel.

In de 19e eeuw vertrouwden veel zwarte zuidelijke kerken op handclaps, call-and-response zang en voetstampend ritme om de geest in beweging te brengen. Diezelfde elektriciteit zou later de hartslag van funk worden.

R&B en soul als springplank

In de jaren 1950 werden R&B en soul de mainstream evolutie van gospel en blues. Artiesten als Ray Charles brachten kerkelijke cadans in de popmuziek, terwijl Sam Cooke zijn eigen stijl toevoegde met zijn zijdezachte zang.

Deze artiesten schreven muziek die gepolijst was, maar toch persoonlijk. In veel opzichten lieten ze Amerika kennismaken met de kracht van op groove gebaseerde verhalen. Natuurlijk wilde funk dieper gaan, vuiler, smeriger.

Enter James Brown, de peetvader van de funkmuziek

Je kunt niet over funkmuziek praten zonder een buiging te maken voor James Brown. Zijn vroege hits met de Famous Flames zoals "Please, Please, Please" (1956) en "Try Me" (1958) waren rechttoe rechtaan soul, doordrenkt van passie en pijn. Maar in de jaren '60 veranderde er iets. Brown begon het ritme te bewapenen.

Die verschuiving kwam tot een hoogtepunt in 1964 met "Out of Sight", toen Brown "the one" begon te benadrukken. Hij haalde de harmonische rommel weg en maakte van het ritme een roepende kreet. De drums stonden centraal, de baslijn bewoog, het blazersarrangement benadrukte de zang met een call-and-response stijl en de zang was wat harder, met een beetje meer gruis dan mensen gewend waren.

En rond die tijd begon het woord funk (wat staat voor lichaamsgeur, rauwheid, iets ongefilterds en echts) de perfecte omschrijving te worden voor dit nieuwe geluid. Funkmuziek stonk, en dat was het punt.

In zwarte gemeenschappen heeft "funky" lang iets betekend dat ongepolijst maar krachtig was, aards maar elektrisch, en Browns muziek belichaamde die geest.

Tegen de tijd dat "Papa's Got a Brand New Bag" in 1965 uitkwam, was de transformatie compleet. Funkbands legden een onafhankelijkheidsverklaring af ten opzichte van de glans van Motown en de structuur van pop. En toen Live at the Apollo (1968) uitkwam, bewees het dat dit een spirituele ervaring in real time was, een en al ritme en rauwe zenuwen.

James Brown vond niet alleen funkmuziek uit, hij werd het ook. En daarmee schopte hij een deur open die nooit meer dicht zou gaan.

De funk drie-eenheid: Brown, Sly en Clinton

Als funk een religie zou zijn (en voor sommigen van ons is dat zo), dan zou de heilige drie-eenheid James Brown, Sly Stone en George Clinton zijn.

James Brown - De peetvader van de funk

Vóór James Brown hield het ritme de maat. Na James Brown nam het ritme de leiding. De man kon een podium beheersen als geen ander. Hij orkestreerde zijn band als een generaal met een metronoom, blafte bevelen in het midden van een nummer en verwachtte downbeats die beton konden doen kraken. Elke speler in zijn band was een radertje in de groove-machine, gedrild tot in de perfectie. Mis je "die ene"? Dan kun je ter plekke een boete krijgen.

Brown maakte van funk een discipline. Tracks als "I Got You (I Feel Good)" en "Get Up (I Feel Like Being a) Sex Machine" maakten van het genre een schriftuur.

Dan is er "Funky Drummer", dat eigenlijk de Rosetta Stone van het moderne ritme is. De drum break van Clyde Stubblefield in dat nummer is zo vaak gesampled dat het net zo goed een eigen publishing deal zou kunnen hebben. Van hiphop tot elektronica, het DNA van funk heeft zich ver buiten zijn oorsprong verspreid, maar Browns vingerafdruk is er altijd, vettig en glorieus.

Sly and the Family Stone - De Funk-Utopians

Waar Brown vuur en precisie bracht, bracht Sly and the Family Stone kleur en chaos, glorieuze, psychedelische chaos. Sly and the Family Stone waren een manifest met een blazerssectie. Geïntegreerd door ras en geslacht, was hun line-up net zo gedurfd als hun geluid.

Van het heldere optimisme van "Everyday People" tot de grit en grind van "Thank You (Falettinme Be Mice Elf Agin)", Sly and the Family Stone versmolten gospelharmonieën, fuzzed-out gitaren en puntig sociaal commentaar tot iets radicaal vrolijks. Op albums als Stand! en There's a Riot Goin' On waren de grooves losjes, de politiek scherper dan verwacht en de energie elektrisch.

En dan is er Larry Graham, het geheime wapen van Sly and the Family Stone. De man vond de slap bass uit nadat hij een versterker kapot had gemaakt en zich realiseerde dat hij met de snaren kon slaan om meer nadruk te leggen. Dat ene "ongelukje" veranderde het basspel voor altijd en veranderde funknummers in iets wat je voelde in je borstholte. Geen Larry, geen Bootsy. Geen Bootsy, geen P-Funk. Zie je hoe dit werkt?

George Clinton - De Kosmische Architect

Als James Brown de drill sergeant was en Sly Stone de revolutionair, dan was George Clinton de gekke professor die hele zonnestelsels ontwierp uit synths, baslijnen en personages met namen als Starchild en Sir Nose D'Voidoffunk.

Clintons Parliament en Funkadelic waren twee zijden van een met funk doordrenkte munt: de ene gepolijst en hoornzwaar, de andere psychedelisch en geestverruimend. Samen brachten ze conceptalbums uit die speelden als ruimteopera's. Maggot Brain (1971) had emotionele gitaar odysseys; Mothership Connection (1975) nodigde luisteraars uit aan boord van een letterlijk funk-aangedreven ruimteschip, en One Nation Under a Groove (1978) werd een interstellaire rallykreet.

Met Bootsy Collins op basgitaar (met stervormige zonnebril en kniehoge glitterlaarzen) en Bernie Worrell op toetsen (die een Moog als een kerkorgel gebruikte) creëerde Clinton een universum waarin funk een politieke beweging, een modestatement en een kosmische ontsnapping was.

De anatomie van funk

Funk is niet gebouwd zoals andere genres. Het is een levende, ademende groove-machine waarin elk instrument moet worden vastgezet als tandwielen in een motor. Laten we eens kijken wat funkmuziek zo uniek maakt:

Basgitaar

Funkbassisten zijn meestal de bestuurders van de nummers, niet de passagiers.

Van Bootsy Collins' kosmische dreun tot Jaco Pastorius' jazz-fusion randje tot Flea's slap-happy explosies in Red Hot Chili Peppers, de baslijn is vaak het meest memorabele onderdeel van een nummer. Gesyncopeerd, melodieus en soms ronduit vreemd, de grote funkbassisten veranderen wat meestal een bijrol is in een hoofdrol.

Drums

Een goede funk drummer is chirurgisch, niet opzichtig. De magie gebeurt in de "pocket", een perfect getimede groove die laid-back is zonder te slepen. Dit zijn de spooknoten op de snare, strak hi-hatwerk en een backbeat die blijft zitten. Het doel is om je lichaam te laten bewegen zonder dat je doorhebt waarom.

Gitaar

Vergeet jaren 80, hair metal shredding of de complexe akkoordenschema's van jazz. Funkgitaar is percussief, minimaal en totaal essentieel. Dat krijsende, gierende geluid, zoals dat van James Browns gitarist Jimmy Nolen, vult de groove op en voegt harmonie toe.

Hoorns

In funkmuziek spelen hoornsecties meestal een ritmische en punctuerende rol in plaats van een melodische of langdurige rol. In plaats van lange noten of solo's aan te houden (zoals in jazz of soulballads), leveren funkhoorns vaak korte, gesyncopeerde uitbarstingen die accenten in de groove benadrukken.

Deze stabs, vaak gespeeld in strakke drie- of vierstemmige harmonie, werken samen met de ritmesectie om de groove te versterken en dynamische variatie toe te voegen. Enkele veelgebruikte koperinstrumenten zijn trompet, trombone en saxofoon.

Toetsen en synths

Keyboards en synthesizers spelen ook een belangrijke rol in funknummers, hoewel de manier waarop verschilt van band tot band. De Hohner Clavinet, met zijn percussieve, snaarachtige geluid, werd in de jaren 1970 een belangrijk funkinstrument. Een van de meest iconische toepassingen is Stevie Wonder's "Superstition", waar de Clavinet de centrale riff van het nummer levert.

Naast de Clavinet werden elektrische piano's zoals de Fender Rhodes en analoge synths zoals de Minimoog vaak gebruikt om textuur en sfeer toe te voegen. Artiesten als Herbie Hancock (bijv. "Chameleon" ) mengden funk grooves met jazz harmonie en synthesizer experimenten, terwijl Bernie Worrell van Parliament-Funkadelic de grenzen verlegde met gelaagde synth leads en spacey effecten in tracks als "Flash Light".

Zang

Funkzang geeft de voorkeur aan ritme, energie en publieksbetrokkenheid boven technische virtuositeit. Funkzangers gebruiken vaak gesproken zinnen, grunts, ritmische kreten en call-and-response om te communiceren met zowel de band als het publiek.

Deze benadering is geworteld in Afro-Amerikaanse muziektradities, waaronder gospel en field hollers, en werd in de funk gepopulariseerd door artiesten als James Brown, wiens zang in "Get Up Offa That Thing" of "I Got the Feelin'" vaak diende als ritmische aanwijzingen voor de band. Sly Stone evolueerde met een meer conversationele, gelaagde zangstijl, terwijl Chaka Khan kracht combineerde met improvisatorische flair in funknummers als "Tell Me Something Good".

De opkomst van funkbands en de explosie van de jaren 70

Aan het begin van de jaren 1970 was funk de zweterige clubs en strakke studiofunkbands waarmee het begon ontgroeid. Het evolueerde, werd groter, brutaler en onverbloemd flitsender. Het funkcollectief was geboren en daarmee kwamen arena tours, torenhoge blazerssecties, gecoördineerde dansbewegingen en genoeg lovertjes om een stadion te verblinden.

Groepen als Earth, Wind & Fire versmolten funk met jazz, R&B en zelfs klassieke invloeden. Sommige van hun funkhits, zoals "Shining Star" en "September", waren niet alleen aanstekelijk. Ze waren kosmisch, vol blazers en spiritueel optimisme. Hun shows waren deels concert, deels interstellaire optocht, compleet met kalimbas en piramidevormige podiumdecors.

Ondertussen verdubbelden The Isley Brothers, van oorsprong een soul- en R&B-groep, de gruizige funkgrooves in de jaren 70 met nummers als "Fight the Power" en "That Lady", die hun flexibiliteit lieten zien. Ze combineerden politiek, sensualiteit en op Hendrix geïnspireerde gitaarfluzz.

The Ohio Players leunden meer op hedonisme en scoorden hits als "Fire" en "Love Rollercoaster" met slinky basgitaarlijnen en albumhoezen die meer dan een paar wenkbrauwen deden fronsen.

En dan was er Tower of Power, de West Coast titanen van de funk blazerssectie. Met funknummers als "What Is Hip?" en "Soul Vaccination" leverden ze strakke, gesyncopeerde koperhits af die de blauwdruk werden voor talloze soul- en funkbands.

Naast de muziek werd funk een culturele beweging. De afro's, bell-bottoms, plateauschoenen en goudlamé gingen over identiteit, trots en zichtbaarheid. Funkartiesten omarmden Black Power-beelden, seksuele vrijheid en flamboyante rebellie, vaak allemaal in dezelfde outfit.

Je kon funk horen pulseren door Soul Train, blaxploitation soundtracks ( denk: Curtis Mayfield's "Superfly" ) en buurtfeestjes in heel Amerika.

Hendrix en de kruising tussen funk en rock

Je kunt niet over de evolutie van funk praten zonder Jimi Hendrix een pluim te geven. Hoewel hij meestal onder "rockgod" wordt geschaard, waren Hendrix' ritmische gevoeligheden al doordrenkt van funk lang voordat het genre een naam had.

Die fusie kwam tot volle bloei met Band of Gypsys, Hendrix' kortstondige maar enorm invloedrijke trio met bassist Billy Cox en drummer Buddy Miles. Hun live-album uit 1970 liet een nieuwe Hendrix horen, die losser, groovender en meer politiek geladen was. Funknummers als "Who Knows" en het verschroeiende "Machine Gun" waren proto-funkrock blauwdrukken, die militaire gitaareffecten mengden met down-home ritmische gruis.

Vooral "Machine Gun" verdient een mythische status. Het duurt meer dan 12 minuten en is deels een protestlied, deels een sonische ineenstorting, waarbij Hendrix zijn gitaar gebruikt om helikopters, geweervuur en zielenangst na te bootsen, terwijl hij zich vastklampt aan een funky ritme.

En dan Eddie Hazel, leadgitarist van George Clintons Funkadelic en aantoonbaar Hendrix' spirituele erfgenaam. Zijn optreden op het nummer "Maggot Brain" uit 1971 is een 10 minuten durende gitaarelegie, vol huilende buigingen en uitgebluste tonen die de funk dieper in emotioneel en experimenteel gebied duwden.

Funkgitaar keek nooit meer achterom. Plotseling had funkmuziek wah-pedalen, feedback, phasers en fuzzboxen, die ritmische "chicken-scratch" grooves vermengden met kosmische texturen en elektronische instrumenten. Van Prince tot Red Hot Chili Peppers, het rimpeleffect is vandaag de dag nog steeds voelbaar.

Sampling, hiphop en de moderne revival

Funk is nooit echt weggegaan. Het werd alleen omgedraaid, in een lus gelegd en kreeg een nieuw kapsel.

Funkmuziek was een van de grote invloeden op de moderne hiphop. De grunts, drumbreaks en baslijnen van James Brown zijn meer gesampled dan van welke andere artiest in de geschiedenis dan ook. Zijn drummer, Clyde Stubblefield, zorgde voor de beroemde "Funky Drummer" drumbreak, die te horen was op platen van Public Enemy tot N.W.A.

Sterker nog, het is bewust gesampled in bijna 2.000 nummers.

In de Bronx draaide DJ Kool Herc begin jaren 70 funkplaten op buurtfeesten en isoleerde de instrumentale breakdowns om de blauwdruk voor hiphop te creëren. Deze verlengde "breaks" lieten MC's rappen over een rauw ritme en funkgrooves werden het DNA van het genre.

In de jaren '90 gingen Dr. Dre en de West Coast G-funkbeweging nog een stapje verder door samples van P-Funk over relaxte hiphopbeats te leggen. Deze muziek had Parliament-achtige baslijnen onder gladde gangsta-rijmen.

We gaan nu verder en funk beleeft weer een nieuw moment met de neo-funk revival.

Artiesten als D'Angelo brachten funk in de neo-soulwereld met Voodoo en Black Messiah, een mix van aardse grooves met spirituele urgentie. Anderson .Paak nam het stokje over en gooide het onweerstaanbaar cool over genres heen. Toen kwam Silk Sonic, het superduo Bruno Mars/.Paak dat de funkrevival in fluweel en goud hulde.

In de indie- en jamscene zorgen funkbands als Vulfpeck en Lettuce ervoor dat funk weer fris aanvoelt. Deze muzikanten zijn de strakke, nerdy en diep eerbiedige van de groove, maar ze zijn ook speels, modern en meme-vriendelijk.

Funk is niet dood. Je luistert alleen niet

Als je denkt dat funk stierf met James Brown en bell-bottoms, dan heb je niet goed opgelet. Er zijn genoeg andere moderne funkartiesten en funkmuzikanten die spelen in de buurt van het oorspronkelijke genre zoals we dat kenden.

Funk is nooit verdwenen. Het ging underground, verruilde de arenapodia voor cassettebandjes en vestigde zich in microscenes verspreid over kelders, Bandcamp-pagina's en beat-tape-collectieven. De missie blijft hetzelfde: groove eerst, industrie daarna.

Kijk niet verder dan Colemine Records en Daptone. Deze moderne funklabels blazen de analoge soulesthetiek met dodelijke precisie nieuw leven in. En hoewel het in veel opzichten nostalgische acts lijken, zijn ze het echte werk. Je krijgt moderne versies van dezelfde strakke blazerssecties, perfecte drummers en vocalen die emotie zweten als old-school funknummers.

Artiesten als Durand Jones & The Indications, Thee Sacred Souls en Sharon Jones & The Dap-Kings hebben die vlam zonder enig compromis de 21e eeuw binnengedragen.

Ondertussen zijn in de indiescene cassettedrops schering en inslag. Labels als Tapes from the Gates en Inner Ocean brengen lo-fi funk, jazz-fusion en instrumentale grooves uit op tapes in beperkte oplage die binnen een paar minuten uitverkocht zijn. Instagram diggers en YouTube crate-divers houden obscure platen uit de jaren '70 in de lucht en bouwen digitale musea voor ondergrondse funkarcheologen.

En natuurlijk is er ook de beat scene, met producers als Knxwledge, Kiefer en Mndsgn, die veel van het DNA van funkmuziek overnemen en er moderne hiphop beat tapes mee maken.

Het funky spul leeft voort

Funkmuziek was nooit bedoeld om stil in een museum te staan. Het hoort in je heupen, in je koptelefoon, in dat samengetrokken gezicht dat je trekt als de bas precies goed klinkt.

Funkmuziek is altijd een kracht geweest met attitude, verzet en feest. Het is het geluid van mensen die van bloed, zweet en tranen iets heiligs maken. Het is James Brown die de downbeat breekt als een zweep, Sly Stone die regenboogkleurige revoluties bouwt, George Clinton die interstellaire feesten lanceert vanuit het Mothership. En het is nooit gestorven. Het veranderde alleen van vorm.

En hoewel de hitlijsten van de moderne funkmuziek overvol mogen zijn met algoritme-vriendelijke bops, zit funk nog steeds in de bloedbaan. Je hoort het in een groove van Kendrick Lamar. Je ziet het op een livestream van Vulfpeck. Je voelt het in de keldershow met een driekoppige ritmesectie en een bari sax.

Funk heeft altijd gedraaid om het opeisen van ruimte, muzikaal en cultureel. Het is een middel voor vreugde, voor protest, voor loslaten. In de loop der jaren is funkmuziek geëvolueerd tot funkmetal, funkrock, funky hiphop en nog veel meer.

Dus als je zover bent gekomen, doe jezelf dan een plezier: Zet "Give Up the Funk" of "Family Affair" op. Niet als een funkgeschiedenisles, maar als een herinnering dat de groove van funkbands eeuwig is. De funk is niet terug. Het is nooit weggeweest.

Breng je nummers tot leven met mastering van professionele kwaliteit, in enkele seconden!